088 - Villa Gelria

Al eeuwenlang lieten rijke Groningers buitenhuizen bouwen aan de Hereweg/ Rijksstraatweg. Ook de jonge industrieel Jan Evert Scholten had dit plan en huurde daartoe in 1870 alvast enkele percelen land. Nog voordat hij de grond echt in bezit had, liet Scholten de gerenommeerde Driebergense architect H.J. van den Brink ‘eene villa, met paardenstal, remise (=koetshuis), enz.’ ontwerpen.

Op 28 september 1871 vond de aanbesteding plaats en het volgende jaar kwam de in Italiaanse stijl opgetrokken ‘villa’ gereed. Naar de geboorteprovincie van zijn vader en grondlegger van het Scholten concern werd het zomerverblijf getooid met de naam ‘Villa Gelria’. Volgens de wandelende en schrijvende Rotterdamse predikant Jacobus Craandijk werd de ‘splinternieuwe’ villa ‘door velen wat bont en pronkerig’ gevonden.

Scholten en zijn echtgenote Geessien Mulder hadden al twee kinderen toen op 30 juni 1875 op Gelria hun zoontje Johan Evert werd geboren. Veel geluk hadden zij niet met hem, want het jongetje overleed er na precies twee maanden. De volgende twee kinderen werden, wellicht voor de zekerheid, gewoon weer geboren in hun winterverblijf op de Grote Markt.

Natuurliefhebber Scholten breidde zijn bezit in de loop der jaren uit met meer percelen. In ongeveer twee jaar tijd kwamen er een koetshuis, volière en tuinmanswoning bij. In 1913 liet hij zijn werkkamer aan de noordzijde vergroten door de aanbouw van een serre naar ontwerp van de Groninger architect Bonne Kazemier.

Na het overlijden van Jan Evert Scholten in 1918 bleven zijn weduwe en de ongehuwde kinderen ‘Greet’ en ‘Johan’ de villa gebruiken als zomerverblijf. Nadat de Duitse bezetter in 1940 al hun huis op de Grote Markt in gebruik had genomen, moesten zij in april 1943 ook Villa Gelria verlaten en verhuisden naar Haren.

Na de bevrijding werd het pand achtereenvolgens gebruikt door de Rijkspolitie (tot 1974) en de Sociale Academie (tot 1989). Ondertussen was het in 1969 door de erven Scholten verkocht aan het er achter gebouwde Diaconessenhuis. Even dreigde sloop, maar in 1990 werd het door ‘superaannemer’ Henk Koop gekocht, gerestaureerd en tot kantoorpand gemaakt. In 2016 werd het door de nieuwe eigenaar opnieuw verbouwd.

088 - Villa Gelria

For centuries, the wealthy elite of Groningen built country houses at the Hereweg/Rijksstraatweg. Young industrialist Jan Evert Scholten also wanted to be part of this community and had already rented some plots of land in 1870, which were intended to fulfil this purpose. Before he was even in possession of this land, Scholten was already the proud owner of “a villa with horse stables, a carriage house etc.” designed by the distinguished architect H.J. van den Brink from Driebergen.

On September 28, 1871, the acquisition of land took place, and the Italian style villa was ready the following year. The summer residence was given the name “Villa Gelria”, named after the birth province of his father, who was the founder of the Scholten empire. According to the pastor Jacobus Craandijk from Rotterdam, the brand new villa was considered by many to be “ostentatious and showy”.

Scholten and his wife Geessien Mulder already had two children when their son Johan Evert was born at Gelria on June 30, 1875. However, the family did not get to enjoy much time with their newest addition, because, sadly, the little boy died exactly two months after being born. The next two children were, perhaps for assurance, born at the family’s winter residence at the Grote Markt.

As a nature enthusiast, Scholten expanded his property with more plots of land over the years. Within about two years, a carriage house, an aviary, and an accommodation for the gardener were built. In 1913, he had his office enlarged by the construction of a conservatory on the north side, designed by Bonne Kazemier, an architect from Groningen.

After Jan Evert Scholten died in 1918, his widow and unmarried children Greet and Johan continued using the villa as a summer residence. After the German Occupation took their house at the Grote Markt into possession in 1940, they also had to leave Villa Gelria in April of 1943 and moved to Haren.

After liberation, the property was consecutively used by the National Police (until 1974) and the Social Academy (until 1989). In the meantime, it was sold by the inheritors of the Scholten fortune in 1969 to the house of deaconesses located behind the residence. At one point it was close to being demolished, but the property was bought in 1990 by entrepreneur Henk Koop, who restored it and turned it into office space. In 2016 it was rebuilt once again, by a new owner.

088 - Villa Gelria

Die wohlhabende Elite von Groningen baut seit Jahrhunderten Landhäuser am Hereweg / Rijksstraatweg. Auch der junge Industrielle Jan Evert Scholten wollte ein Teil von dieser Elite sein und hat bereits 1879 einige Grundstücke vermietet, die diesem Zweck dienten. Schon vor dem Kauf des Grundstücks war Scholten der stolze Besitzer einer Villa mit Pferdeställen, Kutschenhaus usw., welches von dem bekannten Architekten H. J. Van den Brink aus Driebergen entworfen wurde.

Am 28. September 1871 erfolgte der Erwerb von Grundstücken, und im darauffolgenden Jahr war die Villa im italienischen Design fertiggestellt. Die Sommerresidenz erhielt den Namen „Villa Gelria”, benannt nach der Geburtsprovinz seines Vaters, welcher der Gründer des Scholtenreichs war. Gemäß dem Pfarrer Jacobus Craandijk aus Rotterdam wurde die brandneue Villa von vielen als „pompös und protzig" angesehen.

Scholten und seine Frau Geessien Mulder hatten bereits zwei Kinder, als ihr Sohn Johan Evert am 30. Juni 1875 in Gelria geboren wurde. Die Familie bekam jedoch nicht viel Zeit mit ihrem jüngsten Zuwachs, da das Kind unglücklicherweise zwei Monate nach der Geburt verstarb. Die nächsten beiden Kinder wurden, vielleicht zur Sicherheit, in der Familienresidenz der Familie am Grote Markt geboren.

Da Scholten ein großer Naturliebhaber war, wurde das Grundstück um andere angrenzende Grundstücke erweitert. Es wurde innerhalb von zwei Jahren ein Vogelhaus, ein Kutschenhaus und eine Unterkunft für den Gärtner gebaut. Das Büro wurde 1913 durch den Bau eines Wintergartens erweitert, der von dem Architekten Bonne Kazemier aus Groningen entworfen wurde.

Als Jan Evert Scholten 1918 verstarb, lebten seine Witwe und die beiden unverheirateten Kinder Greet und Johan in der Villa als Sommerresidenz. Sie müssten die Villa im April 1943 verlassen, nachdem die deutsche Besetzung 1940 erfolgte und die Villa am Grote Markt in deutschen Besitz überging.

Nach der Befreiung wurde das Anwesen durch die nationale Polizei (bis 1974) und der Sozialakademie (bis 1989) fortlaufend genutzt. Es wurde in der Zwischenzeit von den Erben des Scholtener Vermögens im Jahr 1969 an das Haus der Diakonie verkauft. Es wurde fast abgerissen, aber das Grundstück wurde 1990 von dem Unternehmer Henk Koop gekauft, der es restaurierte und in einen Büroraum umwandelte. 1916 wurde es erneut von einem neuen Eigentümer umgebaut.