017 - Ubbo Emmiussingel 108

In 1892 richtte de 35-jarige Friese hoogleraar in de wijsbegeerte en zielkunde Gerardus Heymans in zijn woning aan de Stationsstraat een psychologisch laboratorium in. Omdat zijn huis hiervoor eigenlijk te klein was, kocht hij een perceel bouwgrond aan de Ubbo Emmiussingel, kadastraal bekend als sectie I 2672. Voor het maken van een ontwerp benaderde hij de progressieve jonge Amsterdamse architect H.P. Berlage.

Berlage vond alle neostijlen ‘om te lachen als het niet zo treurig was’ en zocht naar iets eigentijds. Hij vond dat gebouwen hun ‘ware gezicht’ moesten tonen en benadrukte in zijn ontwerpen het dragende karakter van muren, bogen en pijlers. Nadat hij voor Heymans klaar was diende de laatste op 6 december 1893 een bouwaanvraag in en reeds vijf dagen later was de gemeentelijke toestemming binnen. Nog geen jaar later kon opzichter Holthuis melden dat de bouw voltooid was en het echtpaar Heymans nam z’n intrek. Op de eerste verdieping van de in heldere rode Groninger perssteen gebouwde villa richtte Heymans zijn huislab in.

Met zijn tikkende, ratelende en zoemende apparaten onderzocht hij onder meer het verband tussen zintuigelijke prikkels en gewaarwordingen. Hij ontwikkelde daarmee een empirische psychologie, die niet alleen experimenteel en exact was, maar bovendien in brede kring waardering vond. Na het afbranden van het Academiegebouw in 1906, kreeg de hoogleraar de kans in de nieuwbouw een groter laboratorium te vestigen. In 1909 was dit gereed en verhuisde Heymans zijn instrumentaria daarheen. Zelf bleef hij nog wel tot 1920 aan de singel wonen.

De nieuwe eigenaar, Michaël Derkzen Botje, liet de ‘veranda tegen den achtergevel’ vervangen door ‘eene serre met balcon en terras’. Het echtpaar Heres Diddens-Zegering ten Rodengate Marissen, dat het pand na het vertrek van de Botjes in 1927 betrok, hield ook wel van wat verandering maar kreeg minder medewerking. Omdat een nieuw ‘lichtkozijn’ in de voorgevel ‘uit een oogpunt van welstand aanstoot zoude geven’ wenste het gemeentebestuur in 1936 geen toestemming te geven.
Vanaf 1960 is Architectenbureau Klein in het pand gevestigd.

017 - Ubbo Emmiussingel 108

In 1892, the 35-year-old Frisian professor of philosophy and psychology Gerardus Heymans designed a psychology laboratory in his house at the ‘Stationsstraat’. Because his house was actually too small for this, he bought a building at the Ubbo Emmiussingel, known as section I 2672 in the land registry. He approached a young progressive architect from Amsterdam, H.P. Berlage, to create a design.

Berlage thought that all neo-styles would be ‘a laughing matter if they weren’t so sad’, and was looking for something contemporary. He believed that buildings should show their ‘true faces’, and emphasized the character of walls, arches and pillars in his designs. After Berlage finished working for him, Heymans applied for a building permit on the 6th of December 1893, for which he received municipal permission only five days later. Within less than a year, superintendent Holthuis was able to report that the construction was complete, and that Mr. and Mrs. Heymans could move into the building. On the first floor of the villa, which was built with bright red press stone from Groningen, Heymans created his home laboratory.

With his ticking, rattling and buzzing devices he researched, amongst other things, the relationship between sensory stimuli and perceptions. With this, he developed an empirical psychology, which was not only experimental and accurate, but also widely acknowledged. After the Academy building burned down in 1906, the professor was given the opportunity to establish a larger laboratory in the new building. In 1909 it was finished, and Heymans moved his equipment there. He continued living at the Singel until 1920.

The new owner, Michaël Derkzen Botje, replaced the ‘front porch against the back facade’ by ‘a conservatory with a balcony and terrace’. The couple Heres Diddens-Zegering of Rodengate Marissen, who moved into the building after the Botje family left in 1927, wanted to make some changes as well, but got less compliance. In 1936, the municipal board did not give permission for a new ‘window light frame’ in the frontage, because 'it would cause offense in terms of welfare'.
Since 1960 the architectural firm Klein resides in the establishment.

017 - Ubbo Emmiussingel 108

Im Jahr 1892 entwarf der 35-jährige friesische Professor für Philosophie und Psychologie Gerardus Heymans ein Psychologielabor in seinem Haus an der Stationsstraat. Weil sein Haus zu klein dafür war, kaufte er ein Gebäude am Ubbo Emmiussingel, bekannt als Abschnitt I 2672 im Grundbuchamt. Er beauftragte einen jungen fortschrittlichen Architekten aus Amsterdam, H.P. Berlage, um einen Entwurf zu entwerfen.

Berlage dachte, dass alle Neo-Stile „eine lustige Angelegenheit wären, wenn sie nicht so traurig wären“, und war auf der Suche nach etwas Zeitgemäßem. Er glaubte, dass Gebäude ihre „wahren Gesichter" zeigen müssen, und betonte den Charakter von Wänden, Bögen und Säulen in seinen Entwürfen. Nachdem Berlage seine Arbeiten für ihn beendete, beantragte Heymans am 6. Dezember 1893 eine Baugenehmigung, welche er schon nach fünf Tagen erhielt. Innerhalb von weniger als einem Jahr konnte der Bauleiter Holthuis berichten, dass der Bau vollständig abgeschlossen war und dass Herr und Frau Heymans in das Gebäude einziehen konnten. Im ersten Stock der Villa, die mit hellem, roten Sandstein aus Groningen gebaut wurde, schuf Heymans sein Heimlabor.

Mit seinen tickenden, rasselnden und brummenden Geräten erforschte er unter anderem die Beziehung von Sinnesreizen und Wahrnehmungen. Damit entwickelte er eine empirische Psychologie, welche nicht nur experimentell und akkurat, sondern auch weit verbreitet anerkannt ist. Nach einem Brand im Akademiegebäudes im Jahre 1906 erhielt der Professor die Gelegenheit, im Neubau ein größeres Laboratorium zu errichten. 1909 wurde es fertig gestellt und Heymans brachte seine Ausrüstung dort unter. Bis 1920 lebt er weiter im Singel.

Der neue Besitzer Michaël Derkzen Botje ersetzte die „Vorhalle durch die hintere Fassade" durch einen Wintergarten mit Balkon und Terrasse. Das Ehepaar Heres Diddens-Zegering von Rodengate Marissen, zogen in das Gebäude nachdem die Botje Familie 1927 auszog. Sie wollten ebenfalls einige Veränderungen vornehmen, bekamen dafür allerdings nur eingeschränkt Genehmigungen. 1936 verweigerte der Gemeinderat eine Genehmigung für ein neues „Fensterlicht" in der Fassade, weil es „eine Beeinträchtigung der Allgemeinheit“ verursachen würde.