046 - Typografengasthuis
Omdat de typografen vonden dat hun pensioenfonds te weinig groeide, kwamen deze werklieden in 1891 op het idee inkomsten te halen uit de verhuur van arbeiderswoningen. Hun werkgevers – verenigd in het Groninger Boekverkoopers College – stemden in met het idee en gingen op zoek naar een bouwterrein. Het duurde tot maart 1896 voor de boekverkopers aan de oostelijke vestinggracht een geschikt perceel vonden. Rijks-bouwkundige Van Otterloo mocht gaan tekenen.
Omdat woningbouwvereniging Werkmanssteun ernaast wilde het gemeentebestuur bouwen, bekeek beide plannen samen. De ontworpen straten sloten goed op elkaar aan, maar voor het achterliggende gebied waren er geen plannen. Het college van B&W was doodsbenauwd voor doodlopende straten of sloppen en daarom bleven de bouwvergunningen uit. Ook een gewijzigd tweede en derde bouwplan van Van Otterloo haalden het om dezelfde reden niet.
Ten einde raad deden de typografen in het najaar van 1897 het Groninger Boekverkoopers College het voorstel het probleem van de doodlopende straat te omzeilen door een hofje te bouwen. Toen Werkmanssteun zijn plan introk en B&W besloot tot het maken van een algemeen uitbreidingsplan, wilden de boekverkopers niet langer wachten. Omdat geen van zijn plannen het had gehaald, werd Van Otterloo bedankt voor bewezen diensten. Architect K.H. Holthuis mocht nu aan de slag.
In de zomer van 1902 hadden de typografen eindelijk hun felbegeerde bouwvergunning en kon de bouw beginnen. Op 20 oktober 1903 werd het gasthuis opgeleverd en enkele weken later kwamen de bewoners. Op enkele bejaarde typografen na, moest iedereen huur betalen. De leden van het Typografen Pensioenfonds betaalden minder dan de anderen. De meeste huurders waren letterzetters, maar er woonden ook andere lieden, afkomstig uit de arbeidende klasse.
In 1955 werd er door het bestuur van het Pensioefonds voor het eerst gesproken over verkoop van het gasthuis. Maar ondanks de hoge exploitatiekosten wilde de meerderheid van de bestuursleden hier toen nog niets van weten. Pas in 1972-’73 was het zover en gingen de gasthuiswoningen in particuliere handen over.