053 - Rijks Hogere Burgerschool
In de eerste helft van de 19e eeuw stond hier het ‘Hooge Zomerhuis’. Sociëteit De Uitspanning en De Harmonie (vanaf 1840) gebruikten het gebouw voor muziek- en andere bijeenkomsten. Toen de laatste sociëteit in 1856 een nieuw onderkomen vond, werd het gebouw fabriek. De Winschoter aannemer E. van der Voort kreeg twaalf jaar later toestemming het pand te slopen en te vervangen door een schoolgebouw.
De Wet op het Middelbaar Onderwijs introduceerde in 1863 de Hogere Burger School (HBS). Groningen was er snel bij en kreeg als eerste Nederlandse stad een school van dit nieuwe type. In een eigenlijk voor het stedelijk gymnasium bestemd schoolgebouw aan de Pelsterstraat ging de Rijks Hoogere Burgerschool in september 1864 van start. Maar omdat de inrichting te wensen overliet en een conciërgewoning en schoolplein ontbraken, werd uitgezien naar iets anders.
Rijksarchitect H. Raamaker ontwierp een monumentaal opgezet gebouw in neoclassicistische stijl met op het dak een veelhoekig houten observatorium. Bij de feestelijke opening op 6 september 1869 sprak men van een gebouw met ‘een zeer vrolijk voorkomen en een ruime zin’. Het was wel jammer dat de school bij regenachtig weer een modderpoel werd doordat de Grote Kruisstraat tot 1898 onverhard was. En bij koud weer was het niet te harden in het houten gymnastieklokaal, waar de vader van Jaap Eden de leerlingen onder andere marcheren leerde.
Aan de Grote Kruisstraat maakten in 1909 enkele huisjes plaats voor de bouw van een conciërgewoning en scheikunde- en tekenlokalen. Zes jaar later kreeg de school ook een nieuw gymnastieklokaal. Met de Mammoetwet verdween de HBS en werd de school in 1968 een ‘college’ met de naam van de beroemdste oud-leerling, de Nobelprijswinnaar Heike Kamerlingh Onnes (1853-1926). De beroemdste oud-leraar – Pieter Roelf Bos (1847-1902) – ging de geschiedenis in als de maker van de Bosatlas.
Toen RSG Kamerlingh Onnes in 1981 nieuwbouw kreeg aan de Eikenlaan, werd het oude gebouw nevenlocatie. Een teruglopend leerlingenaantal maakte het in de jaren negentig noodzakelijk een nieuwe bestemming voor het gebouw te zoeken. Begin 21e eeuw werd het monumentale pand een complex luxe appartementen.