059 - Pieternella gasthuis
Toen Ludewé Vink in 1870 na drie echtgenoten en zoon Pieter ook nog dochter Pieternella verloor, besloot ze ‘ter vereerende nagedachtenis’ een gasthuis te stichten. Hiertoe kocht ze het volgende jaar aan de Grote Leliestraat van tuinier Hendrik Kuipers een huis, een stal, enkele bloemkasten en een grote tuin. Nadat Ludewé nog twee naastgelegen panden had verworven, liet ze haar aankopen in 1873 slopen en 21 huisjes bouwen. Omdat haar laatste man – Antoni Janson – reder was geweest, mochten schippers als eersten een plaatsje zoeken in het nieuwe gasthuis.
In december 1877 – enkele maanden na Ludewé’s overlijden – stelden de voogden een ‘reglement van orde’ op. Naar de wens van de stichteres moest de ‘levenswandel’ van de conventualen voorbeeldig zijn. Als zij zich toch vergrepen aan ‘sterken drank’ of door ‘gedurige twist of andere ongeregeldheden’ de orde verstoorden, dan werd hun wekelijkse uitkering ingehouden. En de ‘tijdelijke administrateuren’ behielden zich altijd het recht voor ‘hem of haar of wel beide, Ehelieden zijnde, uit het gesticht te verwijderen’.
Ondanks de dreigende reglementstaal had de voogdij over belangstelling nooit te klagen. Daarom werden na aankoop van twee percelen aan de straat in 1878 vier woningen en een overdekte poort bijgebouwd. En in 1895 en 1906 volgden aan de oostzijde tweemaal elf woningen. In de twintigste eeuw breidde het gasthuis nog verder uit door aankoop van panden aan de Grote Leliestraat en Havenstraat. Na sloop zorgden de architecten G. Hoekzema Kzn (1914-’15), E. van Linge (1935) en zijn medewerker G. Bosma (1940-’41) voor nieuwbouw.
Aanvankelijk deden de bewoners het zonder elektriciteit, maar dit veranderde toen er in de Eerste Wereldoorlog gebrek aan petroleum was. Elk huis kreeg een peertje, maar het licht werd wel collectief door de huismeester aan en uitgedaan. Pas in de jaren zestig kreeg iedere woning een zelf te bedienen stroomsysteem.
De ‘nieuwe tijd’ bracht ook andere veranderingen. Zo gingen eind jaren zestig twee van de oudste blokken tegen de vlakte en andere woningen werden samengevoegd. Wat niet veranderde was dat het complex een gasthuis bleef met een eigen bestuur, dat nog altijd vergadert in de stijlvolle voogdenkamer op Noorderhaven 23.