091 - Oude Boteringestraat 44
Nog terwijl Jacobus van der Steege een vermogen vergaarde als VOC-arts in Batavia, kocht hij in 1786 in zijn studiestad van de weduwe Van Iddekinge ‘eene groote behuijzinge met derzelver stallingen en hoff’. Drie jaar later hield Van der Steege met ‘alle Oostersche pracht en praal’ zijn intocht. Niet lang daarna gaf hij ‘timmermansbaas’ Theodorus Wilkens opdracht tot een ingrijpende ‘verbouwing’. Het leverde een stadspaleis op met het mooiste en verfijndste 18e-eeuwse metselwerk van de stad. Aan de zuidkant kreeg het nieuwe onderkomen een doorrit (‘porte cochère’) naar het achtergelegen koetshuis en op de gevel kwam het bouwjaar MDCCXCI (1791) te staan.
Van der Steege, die na het uitroepen van de Bataafse Republiek korte tijd deel uitmaakte van het Comité Revolutionair, verhuisde in 1811 naar zijn buitengoed aan de Amstel. Oude Boteringestraat 44 werd betrokken door Franse officieren en vervolgens in 1813 door zijn erven verhuurd aan Gustaaf Willem van Imhoff.
Deze baron werd het volgende jaar de eerste ‘gouverneur’ (commissaris van de koning) van de Provincie. Zeven jaar later kocht Van Imhoff het huis, dat na zijn dood nog vijf jaar door z’n weduwe werd bewoond. In december 1835 kocht opvolger Rengers het pand namens het Rijk, waarmee het officieel ambtswoning werd. De ene na de andere commissaris woonde in het pand wat steeds meer verwaarloosd werd. Van Panhuys woonde tijdelijk elders en hetzelfde gold voor z’n opvolger Geertsema in 1894, toen het pand werd verhuurd aan de universiteit ten behoeve van professor Kapteyn.
In 1904-’05 zorgde rijksbouwmeester Van Lokhorst eindelijk voor een grondige verbouwing, waarbij de
onderdoorgang bij de woning werd getrokken. De bijgebouwen op het achterterrein werden gesloopt om plaats te maken voor een zaalgebouw met veranda dat met het voorhuis werd verbonden.
Na de bevrijding bleef de toenmalige commissaris Ebels liever in zijn eigen huis in de Marktstraat wonen. Oude Boteringestraat 44 werd toen eerst gebruikt voor het Tribunaal dat oorlogsmisdadigers berechtte en vanaf 1948 voor de nieuw opgerichte Economische Faculteit van de Rijksuniversiteit.
In het najaar van 1968 werd Oude Boteringestraat 44 ingericht tot bestuursgebouw van de universiteit. In het pand zijn belangrijke delen van de originele interieurafwerking bewaard gebleven, o.a. geschilderde behangsels.