073 - Mulock Houwer paviljoen, monument en boom
Een boom en een door hem ontworpen paviljoen en monument. Dat zijn de tastbare herinneringen aan de geestelijk vader van het Stadspark, Jan Anthony Mulock Houwer (1857-1933). Uit angst voor grote politieke tegenstand nam de in 1900 benoemde directeur Gemeentewerken het ‘volkspark’ nog niet op in zijn ‘Plan van Uitleg’. Pas in 1913 mocht Mulock Houwer het Stadspark als uitbreiding van de stad intekenen. Voor het ontwerp zocht hij contact met de Haarlemse tuinarchitect Leonard Springer, met wie hij ook al in zijn voorgaande standplaats Deventer had samengewerkt.
Volgens Mulock Houwer moest het paviljoen ‘de sluitsteen voor den aanleg’ worden. In 1915 schreef ‘De Centrale’, de moedervereniging van het Stadspark, een prijsvraag uit voor het ontwerp. De jury werd gevormd door voorzitter Jan Evert Scholten, de Rotterdamse architecten Verheul en Kromhout, Springer en Mulock Houwer zelf. Een eis van de jury was dat het gebouw in de omgeving zou passen en de indruk mocht wekken een ‘verdwaald stedelijk monument’ te zijn.
Vier inzendingen werden beloond met vijfhonderd gulden, maar niet goed genoeg bevonden om te worden uitgevoerd. Er werd besloten dat Mulock Houwer het zelf zou proberen. Het startkapitaal kwam in 1918 van Scholten, die in zijn testament voor het paviljoen ƒ 20.000,- had gereserveerd. Het duurde tot 1925 voor er genoeg middelen waren en de bouwvergunning kon worden verstrekt. Op 19 mei van het volgende jaar vond de officiële opening plaats, waarbij burgemeester Bosch van Rosenthal herinnerde aan de stuwende kracht van Jan Evert Scholten.
Geen wonder dat er in het park voor de grootindustrieel een monument werd opgericht, ontworpen door de inmiddels lang en breed gepensioneerde Mulock Houwer. Voor de uitvoering zorgden de in Paterswolde geboren, Amsterdamse beeldhouwer Abraham Hesselink en zijn medewerker J.W. van Tetterode. In het monument verbeeldden zij Scholtens voorliefde voor paarden in het bijzonder en sport in het algemeen. Ook Groningens stedenmaagd kreeg een plekje en een inmiddels tot bloemen-bak omgetoverde fontein maakte het monument compleet. De onthulling werd op 5 september 1931 verricht door Scholtens weduwe.
Na Mulock Houwers dood kreeg ook hij een bescheiden monument. Als verwijzing naar zijn grote liefde voor de natuur werd er op 23 maart 1935 een eikenboom geplant, omgeven door een bronzen hek waarin zijn naam is verwerkt. Ook een lagere school aan de Parkweg kreeg in 1947 zijn naam, maar die is al lang weer van de gevel. Wel werd een deel van de Zuiderlaan in 1969 herdoopt in Mulock Houwerlaan.