094 - Hortus Botanicus
De Groninger Hortus begon in 1626 als de botanische tuin van apotheker Henricus Munting. Door geldnood gedreven, ging hij de tuin in 1642 verzorgen in dienst van de universiteit en zo werd deze de Hortus Botanicus. Het bijgebouwde breedhuis of ‘Hortushuis’ werd enerzijds Muntings woning en anderzijds ingericht voor het botanisch onderwijs.
‘Hortulanus’ Munting werd opgevolgd door zijn zoon en later z’n kleinzoon. De Muntings onderhielden de tuin aanvankelijk uit eigen zak en dat gaf keer op keer financiële problemen. Toen de schulden zo groot waren geworden dat gerechtelijke verkoop van ‘huis en hof in de Roosenstraet’ onvermijdelijk was, werd de Provincie in 1691 voor 3700 gulden de nieuwe eigenaar.
In de loop der tijd werd de Hortus steeds groter. Zo werd het vermoedelijk achttiende-eeuwse eenlaagse pand ten westen van het Hortushuis aangekocht en in 1814 ingericht tot Chemisch Laboratorium (nummer 17). Waarschijnlijk werd het toen verhoogd, van een zandstenen gevelsteen voorzien en via een tussenlid verbonden met het Hortushuis. In 1880 werd het rechter deel van dat breedhuis gesloopt met het oog op de bouw van een nieuw Farmaceutisch Laboratorium (nummer 15). Voor de hoogleraar Botanie werd toen aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, in de Hortustuin, een woning gebouwd.
In 1899 werd een nieuw Botanisch Laboratorium gebouwd (nummer 31) op de plaats van een tuinmanswoning en zaadkamer. Na aankoop van een paar huisjes werd het in 1909 in westelijke richting verlengd. Ondanks de aankoop van nog meer huisjes met bijbehorende grond kampte de Hortus uiteindelijk steeds meer met ruimtegebrek. Vanaf 1929 werd daarom een nieuwe botanische tuin bij ‘Huis de Wolf’ in Haren aangelegd.
Hoewel pas in 1966-’67 de planten-collectie naar Haren verhuisde en in 1973 de laboratoriumafdeling vertrok, had de universiteit al vanaf 1961 andere plannen met de ‘Hortusbuurt’. Er was grootschaligesloop en nieuwbouw gepland. Dankzij de komst van een nieuw stadsbestuur kwam het niet verder dan de afbraak van een aantal Hortusgebouwen en de realisatie van het ‘Alfagebouw’ aan de Grote Kruisstraat. Vanaf dat moment mocht de universiteit nog maar beperkt bijbouwen rondom de oude Hortustuin.