096 - De drie Gezusters

Op sommige plaatsen ruim een meter dikke muren en in de achtergevel rijen romanogotische rondboognissen, dat kreeg dit opvallend brede en strategisch gelegen steenhuis, toen het eind dertiende of begin veertiende eeuw werd gebouwd. Doordat het huis vanaf de veertiende eeuw met drie achterhuizen is verlengd, werden de zeldzame nissen in de oorspronkelijke achtergevel ingebouwd, waardoor ze goed behouden bleven.

Het huis kwam in 1787 ‘bij publijke verkoop’ voor 6850 gulden in handen van jonker Maurits Clant. Deze Clant, die ook de borg Hanckema in Zuidhorn bezat, was in 1794 verantwoordelijk voor de verhoging van het voorste deel van het huis met een dwars geplaatste ophoging met schilddak.

Het huis kon hierdoor worden voorzien van een monumentale voorgevel in neoclassicistische stijl, die leek op die van het in aanbouw zijnde stadhuis. De kroonlijst van de voorgevel werd bij dieverbouwing ook over het verhoogde deel van de zijgevel doorgetrokken.

Tot groot ongenoegen van Clant werd zijn jongste dochter geschaakt door de Leidse officier Pieter Bindervoet. Hierop werd ze door pa onterfd voor de duur van het leven van haar echtgenoot. Veel effect had dit echter niet. Nadat Clant als laatste mannelijke telg van zijn roemruchte familie was gestorven, duurde het niet lang of zowel Hanckema als Grote Markt 39 waren in het bezit van Pieter Bindervoet.

In 1876 werd het huis gekocht door de jonge koopman Jan Hendriks, die het volgende jaar een winkelpui liet aanbrengen ten behoeve van zijn firma in ‘manufacturen en lakenhandel engros’. Volgende generaties Hendriks lieten in 1957 bij een restauratie de vensters in de zijgevel op de begane grond
dichtmetselen.

Op zaterdag 18 november 1972 opende de Groninger schrijver Belcampo ‘De Drie Gezusters’, een initiatief van Koos Huizenga en zijn BV Pieter Brueghel Groep.

In 1983 kwam het café in handen van de BV Plassania van horecabaas Sjoerd Kooistra. Toen deze meerdere cafés naast elkaar in bezit had gekregen, liet hij ze aan de achterzijde met elkaar verbinden. Bovendien exporteerde Kooistra de naam ‘De Drie Gezusters’ naar andere Nederlandse steden.

The remarkably broad and strategically placed stone house, with in some places walls of more than a meter thick and in the back roman-gothic arched niches, was built in the late thirteenth or early fourteenth century. Because the house was lengthened with three annexes in the fourteenth century, the rare niches were built into the original back wall, so they remained well preserved.

The house came into the hands of squire Maurice Clant through public sale for 6850 guilders in 1787. This Clant, who also possessed escrow Hanckema in Zuidhorn in 1794, was responsible for the heightening of the front part of the house with a transverse embankment with a hipped roof.

Because of this, the house could be provided with a monumental facade of neoclassic style, which resembled the façade on the town hall which was under construction. The cornice of the façade was extended, during the same renovation, over the raised part of the side wall.

To the dismay of Clant, his youngest daughter was abducted by the officer of Leiden, Pieter Bindervoet. Which means that she was disinherited by her dad for the duration of the life of her husband.  However, this did not have much effect. After Clant, as the last male descendant of his illustrious family, died it was not long before both Hanckema and Grote Markt 39 were owned by Pieter Bindervoet.

The house was bought by the young merchant Jan Hendriks in 1876, who added a storefront in the next year for his firm in 'hosiery and cloth trade engros’. The next generations of Hendriks bricked up the windows in the side walling on the ground floor during the restoration in 1957.

The Groninger writer Belcampo opened 'De Drie Gezusters’ on Saturday, November 18th, 1972, which was an initiative of Koos Huizenga and BV Pieter Brueghel Group.

The café was owned by BV Plassania of owner Sjoerd Kooistra in 1983. When he owned these several cafes next to each other, he connected them on the backside of the buildings. Moreover, Kooistra exported the name "De Drie Gezusters" into other Dutch cities.

096 - De drie Gezusters

Das auffallende, robuste, strategisch platzierte Steingebäude mit seinen, an manchen Stellen, bis zu einem Meter dicken Wänden und seinen römisch-gotisch gewölbten Nischen wurde im späten 13. oder frühen 14. Jahrhundert erbaut. Weil das Gebäude mit drei Nebengebäuden im 14. Jahrhundert verlängert wurde, wurden die außergewöhnlichen Nischen in die ursprünglichen, schwarzen Wände eingefügt, weshalb diese wohlerhalten geblieben sind.

Das Haus fand seinen Eigentümer in dem Gutsherren Maurice Clant durch dessen Erwerb für 6,850 Gulden im Jahre 1787. Dieser Herr Clant, welcher außerdem eine Treuhand des Hanckema in Zuidhorn, in 1794, war, war verantwortlich für die Vergrößerung der Vorderseite des Gebäudes durch eine schrägverlaufende Erhöhung, konstruiert mit einem Walmdach.

Aufgrund dessen konnte das Gebäude mit einer monumentalen Fassade im neoklassischen Stil ausgestattet werden, welche, der sich noch im Bau befindlichen, Fassade der Stadthalle ähnelte. Während der selbigen Restaurierung wurden die Mauerbrüstungen an der Vorderseite erweitert und den vergrößerten Wänden angepasst.

Zum Bestürzen von Clant wurde seine jüngste Tochter vom Offizier von Leiden Pieter Bindervoet entführt, was die Folge hatte, dass sie von ihrem Vater über die Lebensdauer dieses Mannes enterbt wurde. Dies hatte jedoch keinen Effekt und nach dem Tod von Clant, dem letzten männlichen Nachfahren seiner glanzvollen Familie, dauerte es nicht lange bis Hanckema und Grote Markt 39 das Eigentum von Pieter Bindervoet wurden.

Das Haus wurde von dem jungen Kaufmann Jan Hendriks im Jahre 1876 gekauft, welcher ein Jahr darauf die Fassade für seine Firma „Strumpf- und Kleidungshandel Engros“ hinzufügte. Die nächste Generation der Hendriks mauerten die Fenster in den Seitenwänden des ersten Stockwerks während der Restauration im Jahre 1957 zu.

Der Groninger Autor Belcampo eröffnete „De Drie Gezusters” am Samstag, den 18. November 1972, was von Koos Huizenga and the BV Pieter Brueghel Gruppe initiiert wurde.

In 1983, wurde das Café Eigentum von BV Plassania, des Unternehmens von Sjoerd Kooistra. In dessen Eigentum waren sämtliche nebeneinanderliegende Cafés, welche er an den Hinterseiten der Gebäude miteinander verknüpfte. Außerdem, exportierte Kooistra den Namen „De Drie Gezusters" in andere Niederländische Städte.