012 - St. Jozefkerk

In de negentiende eeuw mochten de rooms-katholieken hun schuilkerken, die zij sinds de hervorming van 1594 betrokken hadden, weer verlaten. Zij kregen de Minderbroeder- of St. Martinuskerk terug van de protestanten en de Jezuïten betrokken een kapel in de Gelkingestraat. De pastoor van de Martinusparochie kreeg bij zijn benoeming in 1884 van de aartsbisschop van Utrecht de opdracht mee een tweede kerk te stichten in verband met de aanstaande stadsuitbreidingen. Een stuk vrijgekomen vestinggrond werd aangekocht en de bekende architect P.J.H. Cuypers (1827-1921) werd gevraagd een ontwerp te maken voor een aan St. Jozef, de patroon van werklieden, gewijde kerk.

Hij baseerde zijn ontwerp op de eerder door hem gerealiseerde St. Vituskerk in Bussum, met weliswaar een geheel andere toren. Bij beide neogotische ontwerpen liet hij zich inspireren door de veertiende eeuwse Broederenkerk in Zutphen. Kerk, toren en pastorie werden in 1886-’87 gebouwd voor ruim één ton. De kerk, met een middenschip, twee zijschepen, een klein koor en aan de noordoostzijde een aangebouwde kapel met sacristie, werd gebouwd in rode baksteen met om de elf lagen drie lagen gele baksteen. Het zijn de enige horizontale elementen naast de typisch (neo)gotische verticale hoge spitsboogramen, steunberen, westelijke luchtbogen en torens.

De 76 meter hoge toren heeft een gietijzeren spits. Hij werd per trein uit België aangevoerd en ter plekke gemonteerd en met hout en leien bedekt. Omdat weer en wind het ijzer in honderd jaar ernstig hadden aangetast, moest de spits bij de restauratie, tussen 1985 en 1990, in z’n geheel vervangen worden. De toren wordt wel dronkemanstoren genoemd, omdat vanuit elke positie door z’n zeshoekige vorm, twee klokken zichtbaar zijn.

012 - St. Jozefkerk

In the nineteenth century, the Roman-catholics were allowed to leave their hidden churches again, which they used since the reformation in 1594. They got back the Minderbroeder- or St. Martinus church of the protestants and the Jesuits occupied the chapel in the Gelkingestraat. The pastor of the Martinus parish got, with his nomination in 1884, an order of the archbishop of Utrecht to found a second church connecting to coming city expansions. A piece of land became vacant and was bought, and the famous architext P.J.H. Cuypers (1827-1921) was asked to make a design for a church dedicated to St. Jozef, the patron of workers.

He based his design on a St. Vitus church in Bussum which was realized by himself, with indeed a complete other tower. Both neo-Gothic designs were inspired by the fourteenth century Broederen church in Zutphen. The church, tower and rectory were built for a large ton in 1886-’87. The church, with a middle ship, two side ships, a little choir and at the north-east side a built-on chapel with sacristy, was built in red bricks with every eleven layers, three layers of yellow bricks. There are some horizontal elements next to the typical (neo) Gothic vertical high pointed arch windows, buttresses, westerly flying buttresses and towers.

The 76 metres high tower has a cast-iron top. It was supplied by train from Belgium and assembled on site and with wood and slate covered. Because bad weather seriously harmed the iron in hundred years, the top had to be completely replaced at the restauration, between 1985 and 1990. The tower is surely called drunks tower, because from every position through its form of six squares, there are two clocks visible.

012 - St. Jozefkerk

Im 19. Jahrhundert, was es der römisch-katholischen Bevölkerung erlaubt ihre versteckten Kirchen wieder zu verlassen, welche sie seit der Reformation von 1594 genutzt haben. Sie kehrten zurück zur „Minderbroeder- oder der St. Martinus Kirche“ der Protestanten und die Juden bezogen eine Kapelle in der Gelkingstraat. Der Pastor der Martinus-Gemeinde bekam mit der Ernennung in 1884, vom Erzbischof von Utrecht den Auftrag eine neue Kirchenverbindung mit anschließender Stadterweiterung zu gründen. Ein freigewordenes Stück Land wurde gekauft und der berühmte Architekt P.J.H. Cuypers (1827-1921) wurde beauftragt einen Entwurf vorzulegen, der dem Schutzpatron der Arbeiter St. Jozef gewidmet sein sollte.

Als Vorlage des Entwurfes diente die St. Vitus Kirche. Diese hatte er selber realisiert, allerdings mit einem komplett anderen Kirchturm. Beide neo-gotischen Baustiele sind angelehnt an die Broederen Kirche in Zutphen aus dem vierzehnten Jahrhundert. Kirche, Turm und das Pfarrhaus wurden zwischen 1886 – 1887 fertiggestellt. Die Kirche mit seinem Mittelschiff, seinen zwei Seitenschiffen, einem kleinen Altar und einem kleinen Anbau an der nord-ost Seite mit Sakristei, wurde in rotem Backstein erbaut. Jede elfte Backsteinreihe wurde von drei Reihen aus gelben Backstein gefertigt. Es gibt einige horizontale Elemente, neben den typischen (neo) gotischen vertikalen Spitzbögen, Pfeilern, westlichen Strebpfeilern und Türmen.

Der 76 Meter hohe Turm besitzt eine gusseiserne Turmspitze. Er wurde mit dem Zug aus Belgien geliefert und vor Ort montiert. Er wurde mit Holz und Schiefer vertäfelt, da das raue Wetter das Metall innerhalb von hundert Jahren gravierend angreift. Der Kopf des Turmes musste bei der Restaurierung von 1985 und 1990 vollständig ersetzt werden. Der Turm wird auch der Turm der Betrunkenen genannt, da durch seine sechseckige Form von jedem Ort mindestens zwei Uhren zu sehen sind.