092 - Huis met de Dertien Tempels

Johan Wicheringe gaf omstreeks 1450 opdracht tot samenvoeging en verbouw van twee middeleeuwse huizen. Vanwege de nieuwe gotische schermgevel met pinakels kreeg het de naam ‘Huis met de Dertien Tempels’. Diverse vooraanstaande eigenaren volgden elkaar op.
In 1706 verkocht Johan Clant het huis aan de secretaris van de provinciale rekenkamer Theodorus van Brunsvelt en diens echtgenote Margaretha Jacomina Emmius, een achterkleindochter van Ubbo. Aangezien het huis inmiddels danig in verval was geraakt, besloten zij tot een ingrijpende verbouwing. Het pand kreeg een nieuwe voorgevel, maar vanwege de oude indeling kon deze net niet symmetrisch worden ingedeeld.

In opdracht van Van Brunsvelt decoreerde de bekende Herman Collenius een grote kamer in 1711 met zes wandschilderingen en mogelijk ook een schoorsteenstuk. Hij beschilderde ook het houten plafond en op twee bovendeurstukken beeldde hij het huis af voor en na de verbouwing. In 1756 werden het pand en enige schilderijen door Van Brunsvelts dochter en haar man verkocht aan Tjaard van Berchuis en z’n vrouw Isabella Anna de Savornin.

Van Berchuis, die een periode burgemeester was, verfraaide de vroeg 18e-eeuwse gevel met rococo elementen. Dit zijn de sierlijk krullende onderdelen boven de entree en onder de gootlijst. In de vergrote tuin werd bijgebouwd en het achtergebouw met de personeelsvertrekken werd met een verdieping verhoogd en kwam daarmee op gelijke hoogte met het voorhuis.

Na de Van Berchuisens waren leden van de families De Marees van Swinderen en Quintus eigenaar-bewoner. In 1907 werd B.W. Siemens de eigenaar. Deze liet de werken van Collenius het volgende jaar verwijderen, verkocht ze en ging in het huis bankieren.

Na Siemens kreeg het ‘Huis met de Dertien Tempels’ – zoals het ondanks het veranderde uiterlijk altijd is blijven heten – als hoofdbestemming kantoor. Vanaf 1920 was het filiaal van de NV Handels- en Landbouwbank en vanaf 1931 hoofdvestiging van de verzekeringsmaatschappij De Auto Onderlinge. In het voorjaar van 1964 werd het voorhuis gerestaureerd waarbij de 18e-eeuwse roedenramen in de voorgevel werden gereconstrueerd. In april 1968 kwam het complex in gebruik bij de universiteit, toen de Economische Faculteit verhuisde van Oude Boteringestraat 44 naar 23.

092 - Huis met de Dertien Tempels

Johan Wicheringe commissioned the assembly and conversion of two medieval houses around 1450. Because of the new gothic screen facade with pinnacles, it got the name “House with Thirteen Temples”. Several leading owners followed each other up.
In 1706, Johan Clant sold the house to the secretary of the provincial audit office Theodorus van Brunsvelt and his wife Margaretha Jacomina Emmius, a great granddaughter from Ubbo. As the house was now falling into decline, they decided to make a significant refurbishment. The property was given a new facade, but due to the old layout, this could not be symmetrically classified.

On behalf of Van Brunsvelt, the famous Herman Collenius decorated a large room in 1711 with six wall paintings and possible a chimney piece. He also painted the wooden ceiling and on two upper doors he pictured the house before and after the renovation. In 1756, the property and some paintings were sold by Van Brunsvelt’s daughter and her husband to Tjaard van Berchuis and his wife Isabella Anna de Savornin.

Van Berchuis, that mayor was for a period, decorated the early 18th century facade with rococo elements. These are the graceful curly components above the entrance and under the channel list. The enlarged garden was upgraded and the backyard with the staff rooms was raises with one floor and reached the same level as the front house.

After the Van Bechuisens, members of the De Marees of Swinderen and Quintus families were the owner-occupants. In 1907, B.W. Siemens became the owner. This lead to the removal of Collenius’ work the following year, he sold them and went into banking in the house.

After Siemens the “House with the Thirteen Temples” – despite its changed appearance, has always been called – became the headquarters. From 1920, it was the branch of the NV Handels- en Landbouwbank and since 1931 it was the headquarters of the insurance company De Auto Onderlinge. In the spring of 1964 the house was restored and reconstructed in which the 18th century rusty windows in the front facade were reconstructed. In April 1968, the complex was in use at the university when the Faculty of Economics moved from Oude Boteringestraat 44 to 23.

092 - Huis met de Dertien Tempels

Johan Wicheringe beauftragte die Montage und Umwandlung von zwei mittelalterlichen Häusern um 1450. Aufgrund der neugotischen Schirmfassade mit Zinnen, bekam es den Namen "Haus mit dreizehn Tempeln". Mehrere führende Besitzer folgten einander. In 1706 verkaufte Johan Clant das Haus an den Sekretär des provinziellen Auditbüros, Theodorus van Brunsvelt, und seine Frau Margaretha Jacomina Emmius, eine Ur-Enkelin von Ubbo. Als das Haus nun in Verfall geriet, beschlossen sie, eine erhebliche Renovierung zu machen. Das Anwesen erhielt eine neue Fassade, aber aufgrund des alten Layouts konnte diese nicht symmetrisch klassifiziert werden.

Im Auftrag von Van Brunsvelt dekorierte der berühmte Herman Collenius, im Jahre 1711, ein großes Zimmer mit sechs Wandmalereien und einem Schornstein. Er bemalte auch die Holzdecke und an zwei Obertüren stellte er das Haus vor und nach der Renovierung dar. Im Jahre 1756 wurde das Eigentum und einige Gemälde von Van Brunsvelts Tochter und ihrem Ehemann an Tjaard van Berchuis und seine Frau Isabella Anna de Savornin verkauft.

Van Berchuis, der Bürgermeister für eine Periode gewesen war, dekoriert die Fassade des frühen 18. Jahrhunderts mit Rokoko-Elementen. Dies sind die anmutigen, lockigen Bestandteile über dem Eingang und unter der Kanalliste. Der vergrößerte Garten wurde modernisiert und der Hinterhof mit den Personalräumen wurde mit einer Etage angehoben und erreichte das gleiche Niveau wie das Vorderhaus. Nach den Van Berchuisens waren Mitglieder der De Marees von Swinderen und Quintus Familien die Besitzer des Gebäudes. In 1907wurde B.W. Siemens der Besitzer. Dies führte, im folgenden Jahr, zur Entfernung von Collenius' Arbeit, welche er verkaufte und ins Bankwesen überging.

Nach Siemens wurde das "Haus mit den dreizehn Tempeln" - trotz des veränderten Erscheinungsbildes so genannt - zum Hauptquartier gewählt. Ab 1920 war es die Niederlassung der NV Handels-Landbouwbank und seit 1931 das Hauptquartier der Versicherungsgesellschaft De Auto Onderlinge. Im Frühjahr 1964 wurde das Haus restauriert und rekonstruiert, in dem die rostigen Fenster des 18. Jahrhunderts in der vorderen Fassade rekonstruiert wurden. Im April 1968 wurde der Komplex von der Universität genutzt, als die Wirtschaftswissenschaftliche Fakultät von Oude Boteringestraat 44 nach 23 zog.